Anne Berk november 2010

Kabinet voert ramkoers. Hoe te leven van de kunst?

Donkere wolken pakken zich samen boven de kunstwereld. Het nieuwe kabinet bezuinigt 200 miljoen euro op kunst en cultuur. Dat is maar liefst 20% van het budget, terwijl andere departementen 8% moeten bezuinigen! En daar komen dan de bezuinigingen op provinciaal en gemeentelijk nivo nog bij. Hieronder volgt een overzicht van de situatie. In volgende afleveringen komen een aantal beeldhouwers aan het woord. Welke consequenties heeft dit beleid voor beeldhouwers? Hoe voorzien zij in hun levensonderhoud?

Op het moment dat ik dit schrijf maakt de kunstwereld zich op voor acties. Op 20 en 22 november zijn er bijeenkomsten, waaronder Nederland schreeuwt om cultuur. Op 8 oktober was er een protest op het Malieveld, waarbij twee conservatoriumstudenten 3000 mensen hadden opgetrommeld. Ik sprak er namens het Platform ZonderKunstenaarsGeenKunst dat ik in 2007 heb opgericht, maar beeldend kunstenaars schitterden door afwezigheid. Het waren vooral de podiumkunsten die van zich lieten horen. Zij werken in georganiseerd verband en daardoor zijn ze beter in staat voor hun eigen belangen op te komen. De kunstenaar marginaliseert vanwege hun stand-alone positie, schreef de Raad voor Cultuur al hun rapport Innoveren en Participeren (2007), en dat heeft ingrijpende gevolgen. Dit populistische, conservatieve kabinet houdt monumenten, musea en het Centrum voor Volkscultuur buiten schot. Het zijn vooral de makers van kunst, van musici, acteurs tot beeldend kunstenaars die door de bezuinigingen worden getroffen.

Zo staat de WWIK (WetWerkInkomenKunstenaars) op de helling. Je ontvangt 70 % van de bijstand, je moet elk jaar meer gaan verdienen, en je kunt er maar vier jaar gebruik van maken. Daardoor kromp het aantal deelnemers en het budget daalde navenant. In bedroeg de WWIK nog 40 miljoen euro, waar 3000 kunstenaars van profiteerden. In 2010 ging het om een budget van 25 miljoen voor 2200 kunstenaars. Op dit moment zijn het vooral academieverlaters die van de WWIK profiteren. De WWIK is geen ideale regeling, maar het gaat wel om 25 miljoen! Daarom heeft het PlatformZonderKunstenaarsGeenKunst de toenmalig staatsecretaris Jetta Kleinsma van Sociale Zaken dit voorjaar gevraagd om de WWIK te behouden en te vereenvoudigen. Geef gewoon 70% van de bijstand, zonder te eisen dat kunstenaars elk jaar meer verdienen, want de controle daarop maakt de regeling duur. En Kunstenaars & Co (nu gefuseerd Kunst & Zaken tot Cultuur en Ondernemen) kan worden afgeslankt. De Britse organisatie Artquest doet hetzelfde werk voor een fractie van de kosten (130.000 pond).

Het probleem is dat de afschaffing van de WWIK niet op zichzelf staat. Het is de zoveelste maatregel in een lange reeks, die de financiele positie van beeldend kunstenaars ondergraaft (zie ook Beelden no 4, 2007, p. 6-7). In 2007 sprak het PlatformZonderKunstenaarsGeenKunst met de commissie kunst- en cultuur van de Tweede Kamer over dit afbraakbeleid en we boden 2000 handtekeningen aan. Dat maakte indruk. Daardoor kon de KunstKoopRegeling worden gered, evenals 70 startstipendia via het Fonds BKVB. Verder kwam er een Hang- en Stageldregeling en het is mooi dat de FNV nu met een Keurmerk dat wordt uitgereikt aan instellingen die kunstenaars betalen. Maar het Hang- en Stageld is de de sluitpost op de museumbegroting, dus schroom dus niet om op te komen voor je belangen en hang- en stageld te eisen!

Actievoeren helpt, maar we hebben de neerwaartse spiraal niet kunnen keren. Ooit is de BKR in drie stukken gehakt. Het geld werd verdeeld over de WWIK, het Fonds BKVB en de zogenaamde Geldstroom BKV (18 miljoen), die in 2009 naar tien grote gemeenten ging. In Amsterdam en Rotterdam hebben we geprobeerd een deel van dit geld op te eisen als ‘ontwikkelingsgeld’ om de laboratoriumfunctie van de kunst te versterken. Aanvankelijk lukte dat , maar nu blijkt het om een eenmalige injectie te gaan. Het zogenaamde ontwikkelingsgeld sneuvelt door gemeentelijke bezuinigingen.

In 1983 was er nog 130 miljoen gulden voor kunstenaars in de BKR. Als het kabinet zijn zin krijgt is daar nog maar 22 miljoen van euro over in het Fonds BKVB!!!

De tragiek is dat er geen alternatieven zijn. De markt is te klein. Het totaal aantal verkopen van galeries en kunstuitlenen bedraagt 130 miljoen euro per jaar, en dat is te weinig om de plusminus 12.000 kunstenaars te bedruipen. Bovendien wordt de kunstmarkt bedreigd door het optrekken van de BTW van 6 naar 19%. Individuele kunstenaars kunnen ook niet aankloppen bij de particuliere fondsen. In de VS heb je de John Simon Guggenheim Memorial Foundation www.gf.org en in Groot-Britannië de Leverhulme Trust www.leverhulme.ac.uk. Zoiets zou er hier ook moeten komen. Maar tot dusver zijn kunstenaars in Nederland aangewezen op de overheid.

Anne Berk

http://zonderkunstenaarsgeenkunst.ning.com

http://kunstklimaat.wordpress.com/