Beste kunstenaars, geachte collega’s, dierbare vrienden van de kunst,

Het zogenaamde ‘nieuwe’ cultuurbeleid van de regering Rutte is het product van extreem neoliberalisme en rabiaat nationalisme. Extreem neoliberalisme legt de volledige regie van welzijn en welvaart bij het individu. Het heet dan – en ik citeer Staatssecretaris Zijlstra – dat “het na het verlaten van het onderwijs aan de kunstenaar is om zijn eigen weg te vinden” en dat “de ontwikkeling van bewezen talent niet meer via aparte instellingen moet worden gestimuleerd, maar via de kunstenaar zelf” en dat het bewezen talent zelf “diensten op het gebied van praktijkverdieping of nascholing moet kunnen kopen” en dat met subsidies enkel ondernemerschap moet worden gestimuleerd. Op basis van deze volledig op het individu toegesneden beleidsvoornemen worden startstipendia verlaagd en hervormd. Aan de hand van dit neoliberale model worden de postacademische instellingen — zoals de Jan van Eyck Academie — de productiehuizen en andere broedplekken gesloten. Het is immers voortaan aan de individuele kunstenaar zelf om “diensten op het gebied van praktijkverdieping of nascholing” aan te schaffen. “Voor nascholing of praktijkverdieping is de cultuursector zelf verantwoordelijk. Dit geldt al voor andere sectoren, zoals de advocatuur, de bouw en de techniek,” aldus nog de Staatssecretaris.
Wat de Staatssecretaris in deze bewuste passage niet vermeldt, is dat dit Cabinet tegelijkertijd een belastingverlaging doorvoert voor het bedrijfsleven, 3.000 nieuwe agenten aanwerft en twee Joint Strike Fighters aankoopt. Ja, beste kunstenaars, geachte collega’s, dierbare vrienden van de kunst, dàt zijn de investeringen die het kabinet met onze subsidies betaalt. Het is niet de eerste en zeker niet de laatste paradoxale kronkel van dit gedoogkabinet. Wat denkt u van deze: terwijl extreem neoliberalisme en maximale deregulering aan de basis lagen van de grootste bankencrisis ooit en deze enorme financiële catastrofe tot dit nietsontziende besparingsplan aanleiding heeft gegeven, worden wij geacht dit liberalisme en deze deregulering in de armen te sluiten! De hele financiële sector is witgewassen en wij worden gevraagd om de achtergebleven schulden met onze povere subsidies te betalen én de oorzaak van deze financiële nachtmerrie te omarmen, ja, nog meer dan vroeger als goed gedrag en zeden te beschouwen. Dit is een uitnodiging die enkel en alleen als pervers moet worden gecatalogeerd.

Beste kunstenaars, geachte collega’s, dierbare vrienden van de kunst,

We weten allemaal wat de gevolgen zullen zijn als dit beleid volledig of zelfs maar gedeeltelijk zal worden uitgevoerd. We weten dat vele instituten zullen verdwijnen en met hen: kostbare expertise, erfgoed van onschatbare waarde en zorgvuldig opgebouwde nationale en internationale netwerken. We weten dat velen onder ons werkloos zullen worden en dat we ons voortaan enkel in armoede aan onze passie – de kunst – zullen kunnen wijden. We weten dat het meest kostbare dat we rijk zijn op het punt staat in het hart te worden geraakt, namelijk onze cultuur en onze beschaving. Luister naar wat Zijlstra en Wilders schrijven over het beleid inzake culturele diversiteit – en ik citeer: “De nieuwe basisinfrastructuur zal geen ruimte meer bieden voor ontwikkelinstellingen op het gebied van culturele diversiteit” en u raadt al het vervolg op dit beleidsvoornemen: “Het kabinet vindt dit een taak van de instellingen zelf en voert hiervoor geen specifiek beleid”. Dit donkerbruine en giftig blauwe beleid moet op de meest verbeten wijze worden bestreden. Het zal niet baten om hier en daar een komma of een gedachtenstreep in te voegen. De afgelopen maanden, weken, dagen en uren zijn we teveel met dat soort potsierlijk gefrutsel in de marge bezig geweest. Dit gehèle plan moet van tafel worden gehaald. Dit plan moet in zijn totaliteit worden verworpen. Ik roep iedereen op om – niet alleen vandaag, niet alleen morgen, maar zo lang als dit kabinet bestaat – een vuist te maken tegen dit xenofobe, cultuur- en beschavingsvijandige en ultraliberale beleid. Ik dank u.

Koen Brams,
Directeur Jan van Eyck Academie
Zondag 26 juni 2011