Mogelijkheden tot kunstbeoefening in de vrije tijd

Tweede van drie publicaties over de Toekomstverkenning kunstbeoefening download hier

FAQ’s kunstbeoefening in de vrije tijd download hier

9 juni 2010
Kunstbeoefening in de vrije tijd, nu en in de toekomst
Den Haag, 15 juni 2010
Veel Nederlanders hebben een kunstzinnige hobby. Een kwart van de bevolking is er wekelijks mee bezig, een kwart incidenteel, en nog eens een kwart heeft eerder een kunstzinnige hobby gehad.
Er zijn veel manieren om aan kunstbeoefening te doen: alleen, door ergens les te nemen en door lid te worden van een vereniging of clubje.
Naar verwachting heeft in 2030 nog steeds de helft van de bevolking een kunstzinnige hobby. Maar niet alles blijft bij het oude. De ‘emancipatie’ van de amateur zet door. Eigenzinnig en goed geïnformeerd geven mensen hun kunstzinnige hobby vorm. Vooral het interactieve van nieuwe internet-toepassingen (internet 2.0) stelt verenigingen en instellingen voor de uit-daging om de kunstbeoefenaar aan zich te binden.
Dit zijn de belangrijkste thema’s in drie SCP-rapporten over kunstbeoefening in de vrije tijd die op 15 juni jl. zijn verschenen. De rapporten gaan over deelname aan, mogelijkheden tot en toekomst van kunstbeoefening door amateurs. Deze rap-porten zijn geschreven op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).
Ze zijn op 15 juni jl. door de projectleider dr. Andries van den Broek aangeboden aan drs. Judith van Kranendonk, de Directeur-Generaal Cultuur en Media van OCW.
Dit gebeurde rond de klok van 18.45 uur, tijdens een van 17.00 uur tot 19.00 uur durende bijeenkomst in de foyer van Parkexpressie, Cornelis Geellaan 2, 2406 JG Alphen aan den Rijn.
Pers was daarbij welkom.
Persbericht
Pagina 2 van 4
Rapport 1: FAQs over kunstbeoefening in de vrije tijd
Dit rapport bevat een actueel beeld van de kunstbeoefening in de vrije tijd op basis van grootschalig en representatief onderzoek onder circa 15.000 respondenten.
Hoeveel? Een kwart van de bevolking (6 jaar en ouder, ruim 3,5 miljoen mensen) is wekelijks in de vrije tijd met een kunstzinnige hobby bezig. Een kwart doet dat incidenteel. Nog eens een kwart van de bevolking heeft eerder een kunstzinnige hobby gehad. De helft van de kunstbeoefenaars (een kwart van de bevolking) is in meer dan één kunstzinnige discipline actief.
Wie, wat en hoe? Minder mannen, ouderen, lager opgeleiden en Turken en Marokkanen beoefenen een kunstvorm dan vrouwen, jongeren, hoger opgeleiden en autochtonen. Muziek en beeldende kunst zijn veruit de populairste disciplines (met elk ruim drie miljoen beoefenaars). Ruim 40% van de kunstbeoefenaars treedt er mee naar buiten, door op te treden of te exposeren. Ook uploaden op internet is als platform ontdekt. Ruim een derde van de kunstbeoefenaars (bijna 2,5 miljoen mensen) volg-de in de twaalf maanden voor de peiling les Met 40% van de lesdeelnemers is de particuliere markt de grootste leve-rancier van lessen, gevolgd door centra voor de kunsten en verenigingen. Ruim een kwart van de beoefenaars (bijna 2 miljoen mensen) is lid van een vereniging, club of gezelschap. Desondanks: velen beoefenen hun kunstzinnige hobby dus op zichzelf. Wie een kunstzinnige hobby heeft, kijkt minder televisie. Tijdsdruk is nauwelijks een barrière om een kunstzinnige hobby te hebben: wie dat wil, maakt daar tijd voor vrij.
Rapport 2: Mogelijkheden tot kunstbeoefening in de vrije tijd
Dit rapport bundelt bestaande en nieuwe informatie over de mogelijkheden om in georganiseerd verband aan kunstbeoefening te doen: in verenigingen, bij instellingen, op school, in informele clubjes en bij particulieren. Omdat er soms maar weinig landelijke gegevens zijn, is dit in een middelgrote gemeente (Alphen aan den Rijn) heel precies in kaart gebracht.
Verenigingen Er zijn in Nederland veel verenigingen voor kunstbeoefening in de vrije tijd: ergens tussen de 25.000 en 50.000. Behalve in de muziek is de organisatiegraad van verenigingen in landelijke koepels laag, vandaar de grote bandbreedte in de schatting. Sommige verenigingen vergrijzen, andere floreren. Niet-westerse allochtonen zijn in de ledenbestanden van verenigingen onder-vertegenwoordigd. Alphen aan den Rijn telt op ruim 70.000 inwoners minstens 60 verenigingen, waarvan 40 voor muziek/zang.
Persbericht
Pagina 3 van 4
Instellingen Landelijk is een trend gaande naar gecombineerde centra voor de kunsten, die les in meerdere disciplines aanbieden. Het aantal inschrijvingen bij die centra groeit, de duur van de cursussen daalt. Muzieklessen domineren met 60% van de lessen het beeld. Alphen kent geen gecombineerde instelling, maar de Streekmuziekschool en Parkexpressie. Daarnaast kunnen Alphenaren bij de volksuniversiteit terecht.
Onderwijs Cultuureducatie in het onderwijs bestaat voor ruim de helft uit kunst-beoefening. Op brede scholen is extra aanbod kunstbeoefening.
Informele verbanden Over informele clubjes voor kunstbeoefening is weinig bekend. De ver-kenning in Alphen aan den Rijn bracht er 70 aan het licht, maar waar-schijnlijk zijn er meer. Informeel staat niet gelijk aan vrijblijvend, en evenmin aan een laag ambitieniveau. Om (geld)zaken te kunnen regelen, is soms toch enige formalisering nodig. Naast de verenigingsvorm is daartoe inmiddels ook de stichtingsvorm ontdekt.
Particuliere aanbieders De meeste kunstbeoefening in de vrije tijd vindt op de vrije markt plaats. Alphen aan den Rijn telt meer dan 50 particuliere aanbieders van mogelijkheden tot kunstbeoefening, de meeste in muziek (23), beeldende kunst (15) en dans (11).
Rol van de overheden Zowel rijksoverheid, provincies als gemeenten willen kunstboefening bevorderen. De doelen zijn weinig specifiek omschreven, wel is er een heldere taakverdeling. Het nieuwe Fonds voor Cultuurparticipatie geeft wat meer centrale sturing. Met de brede school groeien binnen- en buitenschoolse kunsteducatie naar elkaar.
Rapport 3: Toekomstverkenning kunstbeoefening
Om een beeld te krijgen van de kunstbeoefening in 2030 is uitgegaan van vijf actuele maatschappelijke ontwikkelingen: individualisering, informalisering, intensivering, internationalisering en informatisering. Uit de analyse blijkt het volgende: Het volume aan kunstbeoefening in de vrije tijd zal blijven wat het is: ook in 2030 doet de helft van de bevolking in de vrije tijd aan kunstbeoefening. De vormgeving van die kunstbeoefening zal wel veranderen. Elkaar versterkend hebben individualisering en informatisering een verdere emancipatie of ‘empowerment’ van de kunstbeoefening in de vrije tijd tot gevolg. Eigenzinnig en goed geïnformeerd beoefenen mensen hun kunstzinnige hobby’s. Digitale informatie, digitale uitwisseling en digitale community’s vervullen deels dezelfde functies als instellingen en verenigingen. Voor de individuele kunstbeoefenaar betekent dat een (nog) breder palet aan mogelijkheden om aan kunstbeoefening te doen. Instellingen en verenigingen staan voor de uitdaging te formuleren wat
Persbericht
Pagina 4 van 4
hun rol is temidden van die nieuwe mogelijkheden.
SCP-publicatie 2010-12, FAQs over kunstbeoefening in de vrije tijd, Andries van den Broek, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, juni 2010, ISBN 978 90 377 0455 6, prijs € 19,90.
SCP-publicatie 2010-13, Mogelijkheden tot kunstbeoefening in de vrije tijd, onder redactie van Andries van den Broek, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, juni 2010, ISBN 978 90 377 0456 3, prijs € 25,90.
SCP-publicatie 2010-14, Toekomstbeschouwing kunstbeoefening, een essay over de mogelijke betekenis van sociaal-culturele ontwikkelingen voor volume, voor-keuren en vormgeving van kunstbeoefening in de vrije tijd, Andries van den Broek, Den Haag, Sociaal en Cultureel Planbureau, juni 2010, ISBN 978 90 377 0491 4, prijs € 18,90.
Deze publicaties zijn verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel of te bestellen via www.scp.nl
Meer informatie: Andries van den Broek, tel: 070-3407833, e-mail: a.van.den.broek@scp.nl

Parnassusplein 5Postbus 161642500 BD Den HaagT 070 340 70 00F 070 340 70 44www.scp.nlInlichtingen bijDr. A. van den Broeka.van.den.broek@scp.nlT 070 340 7833